Achtergrond van de belasting op de 50e penning

De extracten uit de registers van de 50e penning zijn genealogisch bijzonder interessant omdat ze vaak informatie over overlijden en familierelaties bevatten. Op de site van het Historisch Centrum Overijssel staat in de inventaris van de Archieven van de Staten van Overijssel de volgende uitleg over de belasting op de 50e penning gegeven.

De 50e penning moest betaald worden van alle onroerende of voor onroerend gehouden zaken, die van eigenaar veranderen, behalve bij vererving in de rechte lijn. Voorzoveel de collaterale successie betreft, is deze belasting bij notificatie der Gedeputeerden van 6 jun 1667 verhoogd tot de 40e, 30e of 20e penning, naar gelang de goederen werden verkregen van broers of zusters, van verdere bloedverwanten of van uitheemsen. De 50e penning trad 1 aug 1635 in werking; de heffing had in de steden waarschijnlijk plaats door speciaal aangestelde collecteurs, op het platteland door de schouten en richters. De gelden werden afgedragen aan de ontvanger van de 50e penning; zijn rekeningen werden door de Gedeputeerden afgehoord.

In verband met de veelvuldige ontduiking van deze impost maakten de Gedeputeerden 3 aug 1653 bekend, dat de 50e penning voortaan zou worden verpacht, terwijl bij de nieuwe ordonnantie van 16 okt 1655 aan de secretaris van Zwolle mr. Jacob Vriesen, als advocaat-fiscaal der provincie, de recherche der achterstallige belastinggelden werd opgedragen. Bij art. 22 van de ordonnantie van 1706 is bepaald dat de aangiften van verkopingen en collaterale successies ook plaats zouden kunnen hebben bij het gerecht van de plaats, waar het goed lag. Dit is bij publicatie van 27 mrt 1722 verplicht gesteld en de magistraten, richters en schouten hebben toen last gekregen daartoe een afzonderlijk protocol aan te leggen. Deze registers van de 50e penning, die lopen van 1722 tot 1806, maken geen deel uit van het Staten-Archief, maar zijn te vinden bij de Rechterlijke Archieven van steden, schout- en richterambten. Wel behoren tot het Staten-Archief de extracten uit deze registers, die ter griffie zijn ingezonden (de nrs. 2635 - 2676). Zie ook de inv. nrs. 1736 - 1869, 1884, 1896 en 3904.

Het extract van de kohieren van de 50e penning van Vriezenveen, waarvan de afbeeldingen hier zijn weergegeven komen uit het Statenarchief van Overijssel. Deze zijn te vinden in het Historisch Centrum Overijssel. Toegang nummer 3.1 en inventarisnummer 2668. Ook van latere jaren zijn dit soort extracten bekend van Vriezenveen (tot 1805). Ook van andere plaatsen in Overijssel zijn dergelijke extracten bekend uit de periode 1792-1805. Voor de juiste inventarisnummers bij elke plaats verwijs ik naar het archievenoverzicht van het Historisch Centrum Overijssel. In het archief van Huize Almelo is verder nog een oud extract uit het jaar 1645 van Vriezenveen te vinden (toegangnr. 214; inventarisnummer 2731).

Terug naar: index 50e penning.