TERUG NAAR START
Jelke Jans
GeslachtMan
Leeftijd< 59 jaar
 
Geboren± 1692teRottevalle
Overleden< 1751teRottevalle (Frl.) (?)
Vader Jan Jelkes
 Gedoopt 4-7-1669
 Overleden ± 1750
Moeder Trijn Roels
 Geboren ± 1666
 Overleden > 1734
Zus  Iet (of Eet IJtse of Jit) *± 1687
Zus  Jantzen (ook Jantien of Janke) *± 1689
Zus  Lolkjen *± 1690
Zus  Griet *± 1694
 
Huwelijk 19-1-1727 te Rottevalle
 
metHiltie Hendriks
 Geboren± 1705
 Overleden1775
Kinderen  Jitske
Hendrik
Trientje Jelkes
Jan
Notities persoonvervener en turfschipper te Rottevalle onder Noorder Drachten.
Diverse nakomelingen van dit echtpaar nemen de naam van Eijck aan. Het betreft nakomelingen van de kinderen Jan Jelkes en Trientje Jelkes. Diverse malen werd de naam doorgegeven langs de vrouwelijke lijn. Dochter Trientje werd pas op 40-jarige leeftijd in Oosterwolde gedoopt, daarbij staat vermeld dat ze op Sint Pieter in 1734 te Rottevalle was geboren. Gezien deze informatie is het mogelijk dat er meer kinderen uit het huwelijk zijn geboren die niet door mij zijn onderkend. Het gebruik in het oosten van Friesland en ook rond Drachten om kinderen niet te laten dopen zal te maken met de doopsgezinde invloeden in deze streek. De ouders van Jelke Jans (Jan Jelkes en Trijn Roels) waren eerder ook doopsgezind.

Op 28 januari 1723 kopen Jan Jelkes en Jelke Jans van de heren Hillema en de Compagnons van Rottevalle 7 bonken veen zonder ondergrond door voor 492 gldns en 8 st gelegen aan de oostkant van de Middelste Dwarswijk in het zogenaamde 40 Roedenland in de Folgeren, te vergraven in de tijd van 25 jaren. Grootte 417 roeden (ca. 12,5 hectare?)(Bron: Proclamatieboek Nedergerecht Smallingerland 1721-1726 inv. nr. 74 folio 296).

Op 26 augustus 1726 verklaren Jelke Jans en Hans Hendriks wonende inde Rottevalle geleend te hebben van Sijtse Foekes oud schuitevoerder te Oostermeer een somma van 350 Kar. guldens wegens koop van een schuit met zijl en treil en alles wat heden bij ’t passeren van deze akte op en aan het schip zit (bron: hypotheekboeken Nedergerecht Achtkarspelen, inv. nr. 121 folio 340, Tresoar.nl).

28 januari 1729 koopt Jelke Jans de helft van 5/12 aandeel in een stuk land met hierop het huis met schuur door de kopers bewoond in de Rottevalle onder Noorder Drachten, waarvan Geert Hendriks hetzelfde aandeel heeft van 5/12 deel, de buitenvoogden van Drachten 5/12e deel en Jan Jelkes het resterende 2/12e deel, gelijk mede de gerechte zesde part van een perceel leijen mede aldaar, en met Geert Hendriks voor een zesde part, de buitenvoogden voor 2/6 deel aandeel hebbende,"in’t geheel de Compagnije heide ten oosten, Ritske Jans ten westen en zuiden en Jan Jansen ten noorden, "laetende echter meede de orgle verkoper Hendrik Wobbes de vrijheijt wederom nae sich te neemen des de quoteele Coopschat cum accessorus restitueerende, voorts met Lasten en profijten, actien, servituten en gerechtig heeden daer toe en anbehorende in voegen ons verkopers in qlt: het sellve competeert. Aldus verkoght en in Coope becomen van Liepk [Libbe] Wobbes" voor 208 Kar gldns 6 stuivers en 10 2/5 penning (bron: Proclamatieboeken Nedergerecht Smallingerland inv. nr. 75 folio 349).

Op 16-6-1731 kopen Jelke Jans en z´n vrouw huis en landerijen in Rottevalle onder de Noorder Dragten, door Coopers zelf bewoond en toebehorende voor 5/12 deel, de buijtenvoogden van Dragten (ten behoeve van de armen) behoort ook 5/12 deel en het restant 2/12 deel behoort Jan Jelkes. Het aangekochte land loopt (ten oosten) tot aan de heide van de Compagnie (= nu Drachtster Compagnie) Jelke Jans betaalt aan Geert Hendricks voor de koop 200 Car. Gulden en een schuijt turff, ter waarde van 4 Car. Gulden.
In het reële kohier van 1729 van Smallingerland komen we Jelke Jans al tegen als meier van dit erf dat aan huur voor
43 gulden en 8 stuivers werd ingeschat ten behoeve van de belasting op de 5e penning ten laste van de verschillende eigenaars te weten:
-de armen van Noorder Drachten voor de helft eigenaar van 5/6 part.
-Geert Hendriks voor 1/4 deel van 5/6e part.
- Jelle [bedoeld wordt Jelke] Jans voor 1/4 deel van 5/6 part.
- Jan Jelkes voor het resterende 1/6 deel.

Jelke Jans heeft de delen van het ouderlijk erf gekocht die in 1692 door de erfdeling aan de andere nakomelingen van zijn grootvader waren toegevallen en wel dat specifieke deel dat aan Doedt Jelkes gehuwd met Hendrik Wobbes was toegedeeld. Het andere deel en kennelijk ook een gedeelte van het aandeel van zijn vader Jan Jelkes is bij de Armenzorg van Noorderdrachten beland (vaak ook aangeduid als de buitenvoogden van Noorderdrachten), meestal gebeurde dit naar aanleiding van schulden die dan door de armenzorg werden overgenomen in ruil voor het land van de schuldenaars. Jelke Jans heeft zijn deel in het erf dus niet via zijn vader verworven, maar door aankoop van familieleden (zijn neef Geert Hendriks en achterneef Wobbe Liebes).

In hetzelfde kohier van 1743 zien we de gewijzigde bezitsverhoudingen terug, eigenaars zijn dan:
-de armen van Noorder Drachten 5/12 deel
-Jelke Jans 5/12 deel
-Jan Jelkes 2/12 deel

In het kohier van 1748 is de naam van Jelke Jans verdwenen en zien we in zijn plaats de naam: Rinsse Wiebrens, wel staat Jelke Jans nog als meier (=huurder) vermeld.
Er lijkt geen familierelatie te bestaat tussen Rinse Wiebrens en Jelke Jans. Rinse Wiebrens moet voor 28-09-1727 gehuwd zijn met Wietske Sweitses, want op die dag wordt hun zoon Saake gedoopt in Drachten.
In het kohier van 1749 staat als meier vermeld de zoon van Rinse, Sweijtze Rinses (huwt 01-09-1748 Trijntje Sikkes, beiden afkomstig van Rottevalle).
Als eigenaars worden in 1749 vermeld:
-de armen van Noorder Drachten voor 5/12 deel
-Rinse Wiebrens c.s. voor 5/12 deel
-de erven Jan Jelkes voor 2/12 deel.

In 1775 staat Johannes Warners als meier vermeld; hij was afkomstig van Oostermeer en gehuwd met Altje Rinses van Rottevalle (26-11-1741 te Rottevalle).

Jelke Jans verkoopt evenals zijn vader zijn aandeel van het ouderlijke erf in 1749 volgens de Proclamatieboeken van Achtkarspelen: 24 maart 1749 [eerste proclamatie] Rinse Wijbrens inde Rottevalle koopt een huis en schuur met de "hieminge en hovinge, Bomen en Plantagien, staande en gelegen omtrent de Rottevalle, door Jilke Jans bewoont, Evert Lijkles ten oosten, en zuiden, de wijk ten westen en Jan Jilkes Kamp ten noorden voor de som 145 goldguldens, 7 stuivers, de gulden 28 stuivers het stuk. Ten tweede is door de medeverkoper Jilke Jans een kamp land en stoppel daar ook gelegen met dezelfde uitgang, groot ongeveer 3 lopen stal, vrij van floreen en huurjaren, hebbende Reid Hanses cs. ten oosten, de wijk ten westen, het 2e perceel ten zuiden, ten noorden het vierde perceel, vrije reed en drift over de agterste percelen, doch worden de beesten bij ingezaaid land geleid worden langs het land met touwen, heeft Rinse Wijbrens de eerste dag van de verkoping geboden 200 gg en 7 stuivers. Dat ook beide percelen in order van verkoping, het eerste en derde perceel zijn uitgeveild. Zijn gekocht voor 1/6 deel van Jan Jilkes (de vader van Jelke Jans) en het overige 5/6 deel van Jilke Jans 24 maart 1749 [eerste proclamatie] Coop Geerts inde Rottevalle koopt een kamp grasland, en twee lopen stal rogland staande en gelegen omtrent de Rottevalle, hebbende Reid Hanses c.s. ten oosten, de wijk ten westen, het 3e perceel ten zuiden en de Buitenvoogden van Dragten ten noorden en zal Evert Lijkles de vrijheid hebben van overpad. Doch worden de beesten altijd langs het land geleid met touwen, genietenede de vrije reed en drift, "sampt gang en voetpad" over en langs het eerste, tweede, derde en vijfde perceel, vice versa, en dient de beesten altijd langs de ingezaaide landen te leiden, dit alles voor de som van 110 goldguldens van Jilke Jans, wonende inde Rottevalle.
24 maart 1749 [eerste proclamatie] Ritsert Bodses inde Rottevalle koopt een een stukje of perceel bosland met leijen, zoveel de verkoper toebehoor, hebbende de afgepaalde heide ten oosten en noorden, de Drachtser Buitenvoogden ten zuiden en de wijk en sloot ten westen, hebbende vrije reed en drift, gekocht van Jilke Jans wonende inde Rottevalle voor 30 goldguldens.
(Bron: Proclamatieboeken Achtkarspelen, inv. nr. 95, folio 54 en 55).

In 1751 verkopen de erven van vader Jan Jelkes het laatste restant land van het voorouderlijk erf. 17 januari 1751 [eerste proclamatie 9 februari 1751] verkoopt Eebele Roels nom_ ux : cum focus [in naam van zijn vrouw en haar familie] aan Sweijtze Wisses een kamp lands gelegen onder Noorder Dragten, het land gelegen tussen het land van Rinze Wijbrens ten oosten, Evert Lijkles en Melle Claeses ten westen en zuiden en Jan Jansens erven ten noorden, zijnde op Sint Petri vrij van huurjaren, voor de som van 140 goldguldens en 14 stuivers , te betalen in 3 termijnen op 1 november 1750, 1751 en 1752 telkens een derde deel.(Bron: Proclamatieboeken Smallingerland, inv. nr. 78, folio 614).

Jelke Jans vertrekt naar een andere woning in Rottevalle, vallend onder de gemeente Achtkarspelen (belastingnummer2), dit blijkt uit de Reëelkohieren van deze gemeente. In 1749 staat hij hier samen met Willem Johannes als de huurder van een plaats vermeld voor een huurwaarde van 8 gulden en 2 kampen land voor 15 gulden huur, tezamen dus 23 guldens (ter vergelijking de in 1749 verkochte woning met land in Rottevalle had een huurwaarde van 18 gulden, maar werd door één gezin betaald, nu werd het gedeeld).

Veelvuldig komen Jelke Jans en Hiltie Hendriks voor in de hypotheekboeken van de gemeente Smallingerland. Vaak lenen ze hun geld van verwanten, zoals neef Geert Hendriks, zoon van zijn oom Hendrik Wobbes, die gehuwd was met Doedt Jelkes, de zuster van zijn vader. Dat gezin zat aardig in de slappe was, had een winkel in Rottevalle onder Oostermeer en had diverse bezittingen (zie bij deze personen).

15-5-1730: Jelcke Jans en Hiltie Hendriks, echtelieden in de Rottevalle onder Noorder Dragten verklaren schuldig te zijn aan Geert Hendriks en Hincke Albarts wonende in Rottevalle onder het resort van Oostermeer 250 guldens.
19-12-1731: Jelcke Jans en Hiltie Hendriks, echtelieden in de Rottevalle onder Noorder Dragten verklaren schuldig te zijn aan Geert Hendriks, wonend in de Rottevalle onder Oostermeer. 200 Caroli gulden en een voer turf dienende ter aankoop van de "gerechte helfte" van 5/12 deel van een "huijsinge en Schuere cum annexis in de Rottevalle onder de Noorder Dragten bij de Ehelieden Coopers bewoond".

29-08-1734: "Jelcke Jans Huijsman, woonagtigs inde Rottevalle onder de Noorder Dragten....... en Huijsvrouw Hiltie Hendriks. Schuldbekentenis aan Hendrik Wobbes meede inde Rottevalle onder Opeinde, van 200 Caroli guldens.
(bron: Nedergerecht Smallingerland, Hypotheekkohier inv. nr. 104 folio 342).

5-1-1737: Jelke Jans en Hiltie Hendriks schuldbekentenis aan Geert Hendriks en Hincke Alberts (echtelieden) de somma van 250 Caroli guldens. (bron: Nedergerecht Smallingerland, Hypotheekkohier inv. nr. 104 folio 519).
5-1-1737: Jelke Jans en Hiltie Hendriks schuldbekentenis aan Geert Hendriks de somma van 200 Caroli guldens. (bron: Nedergerecht Smallingerland, Hypotheekkohier inv. nr. 104 folio 521).

13 januari 1737 "Jelcke Jans en Hiltie Hendriks wonende in de Rottevalle onder het resort van Noorder Dragten verclaeren ende becennen mist desen opregt en deugdelijck schuldig te weesen aen Wijbren Saeckes en Feijkjen Hendriks echteln. in de Rottevalle onder t resort van Oostermeer de somma van Twee Honder Car. glds. á 20 strs het stuck tegen 4 %..... geteeckent Jelke Jans en Heltie Hendriks" [30 mei 1737 geregistreerd in het hypotheekregister] (bron: Nedergerecht Smallingerland, Hypotheekkohier inv. nr. 105 folio 6).

6 juni 1739 "Jelke Jans en Heltie Hendricks echtel inde Rottevalle onder het resort van Noorder Dragten" bekennen schuldig te zijn 500 gulden tegen 4 % van Harcke Risserts huisman te Opeinde. getekend Jelke Jans en Hijltie Hendrick [17 aug. 1739 geregistreerd in het hypotheekregister].(bron: Nedergerecht Smallingerland, Hypotheekkohier inv. nr. 105 folio 142).

12 juni 1743 "Jelcke Jans huijsman en Hiltie Hendriks egtel onder de Noorder -Dragten" lenen 150 guldens van Benne Wilts en Taepke…." 150 gulden tegen 4 % getekend Jelke Jans en Hiltie Hendriks [2 december 1743 geregistreerd in het hypotheekregister].(bron: Nedergerecht Smallingerland, Hypotheekkohier inv. nr. 105 folio 543).


18 juli 1743 Jelcke Jans en Hiltie Hendricks in Rottevalle onder het behoor van Noorder Dragten bekennen 100 guldens schuldig te zijn aan Feijcke Eelses, huisman en vrijgesel te Oostermeer. alle goederen worden hierbij als onderpand gegeven. registratie hypotheekregister 14 december 1745 folio 160.

In het bevolkingsregister van 1744 (Omschrijvinge van Familien in Friesland) komt Jelke Jans in Noorder Drachten (Rottevalle viel onder Noorder Drachten en werd niet apart vermeld) voor met een gezinsgrootte van 6 personen en een aangeboden kapitaal van 1 gulden en 10 stuivers.

In het quotisatiekohier van 1749 komt Jelke Jans voor in Rottevalle (Achtkarspelen).

Quotisatiekohieren 1749
Jelke Jans, Achtkarspelen
Plaats: Rottevalle
Gezin volw: 4 en kind:
Aanslag: 15-15-0

Bron: Achtkarspelen, fol. 67