TERUG NAAR START
Jelcke Rinnerts
8maart1675jelckerennerts_handtekening.jpg
GeslachtMan
Leeftijd± 72 jaar
 
Geboren± 1620teOpeinderveen (Smallingerland)?
Gedoopt26-1-1655teOudega
Overleden± 1692teRottevalle (Smallingerland)
 
Kerkelijk huwelijk 26-1-1655 te Oudega (Smallingerland)
 
metMaijcke Gauckes
 Geboren± 1620
 Overleden± 1667
NotitiesBruidegom
Jelke Rinnerts wonende te Het Veen
Bruid
Maycke Gauckes wonende te Het Veen
Kinderen  Doedt
Jan(s)
Kerkelijk huwelijk 19-1-1668 te Opeinde (Smallingerland)
 
metEdts Sierdts
 Geboren± 1625
 Overleden< 8-3-1675
NotitiesBruidegom
Jelke Rinnerts wonende te Rottevalle
Bruid
Ed Sijerdts wonende te Rottevalle
Kinderen  Jan
Assel
Notities persoonJelcke huwde op 26 januari 1655 in Oudega en liet zich op dezelfde dag dopen en deed belijdenis van zijn geloof in de "Gereformeerde kerk" van Oudega. Heet woonachtig te zijn "op het Veen". Hier moet gelezen worden Opeinder veen, of later ook wel Swartveen. De term Gereformeerd slaat hier op de Nederlands Hervormde Kerk die voor 1816 officieel de "Nederduits Gereformeerde Kerk" heette, maar meestal kortweg de "Gereformeerde Kerk", niet te verwarren met de Gereformeerde kerken in later tijd. Ook twee kinderen werden daarbij gelijk gedoopt. Hoe oud de kinderen bij de doop waren is onbekend. De kinderen heetten, Doudt en Jan en waren meisjes. Het was in de 17e eeuw heel gebruikelijk dat meisjesnamen in de mannelijke variant werden geregistreerd, dus niet Jantje, maar gewoon Jan. Bij het huwelijk heet het echtpaar afkomstig te zijn van ’t Veen. Dat Jelke huwde en tegelijkertijd gedoopt werd en belijdenis deed en en passant nog twee dochtertjes op dezelfde dag liet dopen is opmerkelijk, maar in deze streek van Friesland niet ongewoon, zo blijkt ook bij het nageslacht. Het maakt het dateren van de leeftijd van de kinderen wel lastig, want het doopjaar hoeft niet, en was ook vaak niet het geboortejaar. Oppassen geblazen dus! Het gegeven dat in deze streek van Friesland kinderen niet gelijk, of helemaal niet werden gedoopt, lijkt mogelijk te maken hebben met de doopsgezinde invloeden in deze streek, waar de ouderendoop de norm was. Zo was zoon Jan Jelkes lidmaat van de doopsgezinde gemeente volgens zijn belijdenis info in de "Gereformeerde kerk" van Drachten. Hij had de doopsgezinde gemeente dus vaarwel gezegd blijkens zijn lidmaatregistratie in 1710 in Drachten.

Jelcke huwt een tweede maal in 1668. Dit keer in Opeinde, behorend bij dezelfde kerkelijke gemeente als Oudega en Nijega in Smallingerland. De tweede echtgenote heet Id Sijerdtz (lees Sierds). Beide huwelijkspartners heten dan woonachtig te zijn in Rottevalle. Er worden nog twee kinderen gedoopt in de "Gereformeerde" (lees NH-kerk),-ook hierbij geldt dat het doopjaar van de kinderen niet het geboortejaar hoeft te zijn!-.
De kinderen zijn gedoopt in 1669 (Jan een zoon) en in 1670 (Assel een dochtertje volgens de doopregistratie).

Op 29 juni 1692 wordt op verzoek van Doed Jelkes, huisvrouw van Hendrik Wobbes een inventaris opgemaakt van de nalatenschap van Jelcke Rinnerts. Jan Jelkes die het vaderlijk erf gedeeltelijk bewoont maakt met zijn echtgenote Trijn Roels de inventaris op na de eed te hebben afgelegd voor het opmaken van de inventaris, de zogenaamde boel-eed (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, inventarisatieboeken 1688-1694, inv. nr.56 folio 342-352) .

Jelke Rinnerts, was in januari 1675 curator (voogd) over het weeskind van Jan Jelkes verwekt door Sioucke Hendricks. Jan Jelkes woonde in Rottevalle en was mogelijk twee maal gehuwd [tenminste ik ga er van uit dat deze Jan Jelkes identiek is aan de Jan Jelkes in het weesboek]:
-in 1654 toen hij huwde woonde hij in Oudega met Trijn Jans en in 1663 met Sjoukje Hendriks.

15-10-1654 Oudega
Bruidegom
Jan Jelkes wonende te Oudega
Bruid
Trijn Jans wonende te Drachten

21-6-1663 Opeinde
Bruidegom
Jan Jelkes wonende te Rottevalle
Bruid
Syoucktjen Hendricks wonende te Rottevalle (lees de naam Sjoukjen)

Deze Jan Jelkes zou dus omstreeks 1675 moeten zijn overleden. Voornoemde huwelijkspersonen uit 1654 en 1663 kunnen overigens ook totaal verschillende personen zijn.

Helaas wordt in Friesland in de kerkelijke huwelijksregistraties meestal niet vermeld of iemand weduwe of weduwnaar was en van wie. Het is dan ook altijd maar een gok of er sprake is van identieke personen, tenzij je aanknopingspunten kunt vinden in de weesboeken, dat maakt het een stuk simpeler. Dat is bij voorgaande huwelijken niet het geval.

Voogden waren doorgaans ooms van vaders of moeders zijde. Omdat de naam Jelke zowel bij de vader van de wees als de voogd voorkomt in de naam, ligt een bloedband voor de hand. Echter één van de voogden heet Goijtie Sierds en dit zou dus ook kunnen duiden op een bloedverwantschap inzake het weeskind van Jan Jelkes met echtgenote Edt Sierdts.


4 februari 1650 Hendrik Oenes, Bartel Alberts, Jelcke Rinnerts, Hijlcke Bruchts, Sipcke Rinties proclameren de aankoop van zeker perceel hoogveen zonder ondergrond , gelegen omtrent de Rottevalle, op het einde van Bouwen Clooster Feen en dat die suiderkant of einde van die polle gelegen tusschen de vaerten op’t west van Sicke Harckeswijck schieten noordwart aen de eerste pael en westwart half over of ant perceel mede bij dese proclamanten gekoft groot nae metinge een morgen drie hondert en seven roeden, vijff voet, vijff duim" in koop gekregen van Saecke Fockens grietman van Opsterland en mede gedeputeerde van de Staten van Friesland voor een vierde deel, Alle van Burum burgemeester van Leeuwarden voor 1/8e deel, Saecke Tijens secretaris van Opsterland ook voor 1/4e part en Sipcke en Hendrick Rinties samen met Otto en Heijcke Feijtses gezamenlijk ook voor 1/8e deel en Abel Pijtters Lomars ook voor 1/8 part, voor de som van 1616 Car. guldens 4 stuivers. In de kantlijn staat geschreven Harckemapein (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 83, folio 119).

4 februari 1650 Hendrik Oenes, Bartel Alberts, Jelcke Rinnerts, Hijlcke Bruchts, Sipcke Rinties proclameren de aankoop van zeker perceel hoogveen zonder ondergrond , gelegen omtrent de Rottevalle, op het einde van Bouwen Clooster monick veen sijnde het vijfde in ordere; en sijnde de oostersijde van polle gelegen tusschen beide vaerten op’t west van Sicke Harckeswijck en is dit de noorder einde, streckende van de pael op de ooster sijde staende naeste pael en half over, groot na vier hondert acht en veertich roeden, een voet, een duim" in koop gekregen van Saecke Fockens grietman van Opsterland en mede gedeputeerde van de Staten van Friesland voor een vierde deel, Alle van Burum burgemeester van Leeuwarden voor 1/8e deel, Saecke Tijens secretaris van Opsterland ook voor 1/4e part en Sipcke en Hendrick Rinties samen met Otto en Heijcke Feijtses gezamenlijk ook voor 1/8e deel en Abel Pijtters Lomars ook voor 1/8 part, voor de som van seven hondert twee en negentich Car. guldens 11 stuivers, 2 penningen. In de kantlijn staat geschreven Harckemapein (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 83, folio 120).

8 april 1651 [eerste proclamatie] Sijpcke Rinties cum uxore verklaart gekocht te hebben een zate met land in de Rottevalle, uitgezonderd een zestiende part en een zevende part van dien, met huis, bomen en plantagie, hetgeen door Jelcke Rinnerts wordt bewoond en bemeierd, strekkende vanaf de Lidts tot in het lager gelegen land voor de som van 351 goudguldens en 14 stuivers van de Compagnons in de Rottevalle.(bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 475).

25 november 1651 [eerste proclamatie] Sijpcke Rinties cum uxore in Rottevalle verklaart gekocht te hebben zeker plaatske en perceel land met woning, bomen en plantagie gelegen te Rottevalle door Jelcke Rinnerts bemeierd, strekkende van de Lits westwaarts tot aan zekere dwarssloot, van Sacko Fockens voor 525 caroli guldens. Hebbende de kopers ten zuiden en de Lits ten noorden. Niet in de koop betrokken is zes zevende deel van het plaatsken (? zie ook verkoop d.d. 8 april 1651, beide transacties hebben met elkaar te maken.
25 november 1651 [eerste proclamatie] Folckert Jacobs en Jelcke Rinnerts cum uxore verklaren gekocht te hebben een perceel hoogveen zonder ondergrond gelegen bij Rottevalle in de Holtige Hage groot 191 roeden, 8 voet en 9 duim voor de som van 108 caroli guldens van Sacko Fockens oud-grietman van Opsterland (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 547 en 548).

25 november 1651 aankoop land Rottevalle door Jelke Rinnerts, Hendrik Oenes en Hijlke Brugt groot 75 roeden 4 voet en 4 duim, bedrag 247 gg 10 stuivers en 5 penningen, een perceel leijen van Sacko Fockens oud Grietman en Alle van Buren met zijn compagnons in de Rottevalle. Locatie Auke (Suke?) Harkeswijk: Sijtze Oenesland ten westen, secretaris Teije Teijes ten oosten en de wijk ten noorden.
(bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 65 folio 544).

23 februari 1652 Hendrick Oenes, Jelcke Rinnerts en Hijlcke Brughts met hun huisvrouwen doen proclameren de aankoop van een perceel leijen gelegen ten oosten van de Sicke Harckeswijk, groot 2 morgen 75 roeden, de kopers zelf ten zuiden gekocht van Saecke Fockens oud- grietman van Opsterland en anderen voor 342 caroli guldens (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 83, folio 325).

19 december 1659 Jelcke Rinnerts cum uxore wonende inde Rottevalle kopen een perceel hoogveen zonder ondergrond gelegen inde Rottevalle "aen Buwenclooster Munnekefeen op de wijck inde caert quoteert no. 4 etc. van de weduwe Antie van Andringa weduwe van Taco Teijens in zijn leven secretaris van Opsterland voor een bedrag van 120 car. guldens 9 stuivers en 4 penningen (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 132 foto 65).

12 november 1660 Hendrick Oenes en Jelcke Rinnerts met hun huisvrouwen wonende inde Rottevalle proclameren de aankoop van een stuk hoogveen zonder ondergrond "in Buwenclooster Munnekefeenen aen de wijck…" voor de som van 150 Car. guldens van Otte Feijties (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 40 foto 102).

4 december 1660 [eerste proclamatie] Juffrouw Lucia van Siccama weduwe van Saecko Fockens, in leven grietman van Opsterland verklaart gekocht te hebben een perceel land en "toegemaeckte vallinge" gelegen bij Rottevalle in het noordeinde door Jelcke Rinnerts lange tijd in gebruik geweest, hebbende Hamster patroon en voorgemelde Jelcke ten oosten, de Compagnons ten noorden en verkoper zelf ten westen gekocht voor 600 goudguldens van Jan Jansen Langespits (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 66 folio 496).

2 oktober 1661 Hendrick Oenes en Jelcke Rinnerts wonende inde Rottevalle proclameren zeker tweede perceel veen zonder ondergrond te hebben gekocht groot volgens de landmeters gemeten 288 roeden 5 voeten en 1 duim, gelegen Joost Ulckes ten oosten, Tiebbe Sickes ten westen, Juffrouw Fockens ten noorden en de wijk ten zuiden voor 8 stuivers minus een oortje per roede, maakt in totaal 79 goldguldens [ad 28 stuivers] ende 20 stuivers en 9 penningen. Verkoper is Antie van Adringa, weduwe van wijlen Saecke Tijens eertijds secretaris van Opsterland. In de kantlijn staat geschreven Harkema-Pein (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 174).

25 mei 1663 Sipcke Rinties en Hendrickien Willems en verder Jelcke Rinnerts en Maeijcke Gauckes allen in de Rottevalle doen proclameren de aankoop van een perceel gronden ofwel leijen in Rottevalle, de patroon van Den Ham ten oosten, de Compagnijelijen ten westen, Hendrick Alles landerijen ten zuiden en Sipcke Rinthies 12 morgen ten noorden gekocht van Schrijver Broer Boelens die hetzelfde gekocht heeft van Geeske Lippes in het Veen voor de som van 336 caroli guldens (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 84, folio 303).


7 oktober 1667 Jelcke Rinderts, Uwe Andrijs, Hendrick Oenes met hun huisvrouwen kopen zeker perceel veen zonder ondergrond nr. 13 hebbende de Langewijck ten oosten Tamme Tijsses ten westen, juffr. Andringa ten noorden en Jancke Marcus ten zuiden voor 60 goldguldens van Jan Lubberts en Gerrijt Ruierds curatoren over de weeskinderen van wijlen Roelof Ruierds (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 85, folio 71).

5 november 1667 (eerste proclamatie) kopen Jelcke Rinnerts en zijn vrouw (cum ucore), Uble Andries en Hendrik Oenes een zeker perceel land zonder ondergrond aan de Wittehage van Aetie Egbarts groot 299 roeden, 1 voet en 2 duim voor 278 goldguldens (bron: archief Nedergerecht Smallingerland, proclamatieboeken, inv. nr. 67 folio 219).

7 oktober 1667 Jelcke Rinderts, Uwe Andrijs, Hendrick Oenes met hun huisvrouwen kopen zeker perceel veen zonder ondergrond nr. 13 hebbende de Langewijck ten oosten Tamme Tijsses ten westen, juffr. Andringa ten noorden en Jancke Marcus ten zuiden voor 60 goldguldens van Jan Lubberts en Gerrijt Ruierds curatoren over de weeskinderen van wijlen Roelof Ruierds (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatieboeken inv. nr. 85, folio 71).

21 december 1668 De secretaris Baij als arresteerde en Edts Sierdts huisvrouw van Jelck Rinderts en gesterkt met deselve haar niet opponerend tegen arrest ten verzoeke van Notaris Ennius Idema op de boelpenningen onder Secr. Baij berustende zo protesteert de arrestant de effecten van dien. (bron: recesboeken Achtkarspelen, inv. nr. 14 folio 310f).

Weesboeken Nedergerecht Smallingerland 1671-1681, inv. nr. 36, folio 112, foto 58. Transcriptie door Erik Berkhof, Amsterdam.
Op huijden den 10 d martij-1675- Compareerde voor mij Henne Sijuerts Bijsitter [rechter] in desen geordonneerde Commissaris beneffens onderges. [ondergeschreven] Gerechte [gerichte] en E. Jelcke Rennerts curator [voogd] over t’ weeskint w. Jan Jelckes dijen hij erstelijck geprocereert [voortgebracht] heeft bij Sijoucke [Sjoukje] Hendricx of sijn echte huijsv. en heeft hij Rendant [hij die verplicht is tot rekening en verantwoording] gemaeckt rekeninge bewijs en relicua [het geen bij de rekening en verantwoording over was,ook overblijfsel, overschot] van t’ weeskints vaderlijcke goederen, dijen hij heeft gehat en behoorde te hebben sedert sijn authorisatie ter dato deses en dat ter presentia en audientia [aanwezigheid en toehoorders] van Seouckie Hendricx sweeskints moeder sampt Lijuwe Boockes toegevoegd lezen als Lieuwe Bokkes] sweeskints oom en Goijtze Sijerts [Sierds] in t’ welcke bevonden is, als dit des Rendants totale ontfangst monteert [bedraagt] dije somma van een hondert en veertigh ggl [goudguldens] -9-4 [9 stuivers en 4 penningen] tegens welcke is gebleecken voor mij Commisaris beneffens en Secretaris als dat dije req.rnt [eiser in een proces] heeft uijtgekeert profijten van t’ weeskint bij Sijouck en bovenstaende vrijenden [vrienden] bekent en geaccepteert d’somma van een honderts es en sestich ggl seventijen stuijvers vijer penningen stvrs stuck welcke ontffangst en uijtgaeff tegens malcanderen geconfereert [overlegd] worden deductus deducendis [afgetrokken en afgeleid] bevonden bijden Rendant [rekeningplichtig beheerder] meer uijtgegeven dan ontfangen te sijn dije somma van twee en vijftigh ggll acht stuivers] stuck over al 28 stuijvers [elke goudgulden is 28 stuivers] alle welcke rekeninge Liquidatie resp.e rekeninge wij partijen wedersijdts en kins (?) lauderen [loven, prijzen] en adproberen [goedkeuren] gelijck wij dijselve lauderen en adproberen mits desen onder verbant van alle onse goederen actien en crediten [inschulden en uitschulden ofwel tegoeden en schulden] submissie van desen Gerechtedwelckes wij Commissarij voor soo veele in ons, is en geblecken sijnde, mede adproberen mits dese inadprobatie van welcke wij desen ten wese=boecke van Smallingerlandt hebben geredigeert, In oirconde onse gewoone vertekeningen [handtekeningen], sulcx zij comen(?) en voorts de handen. [handtekeningen] van E[dele] Gerechte huijden p.[er] 10 den Martij 1675.
[getekend] Jelcke Rennerts Lijuwe bockes
Goijsert Seodts Frouckien hendricks
Henne Sioerdts F. Fockens Eeringa
Odilik(?) Fockens ……..(?) ass. [asessor = iemand van het bestuur die ter zijde staat van belanghebbenden]



24 april 1682 Hessel Linses en Wijtske Freercx egteluiden inde Rottevalle onder de klokslag van Harkama Oppeinde doen proclameren zeker perceel hoogveen zonder ondergrond, de zandpolle genaamd, groot volgens metinge 137 roeden, op de oostkant van Jelcke Rinnertssloot hebbende Aeltie Moersveen ten oosten, de kopers ten zuiden, Jelcke Rinnertsland ten westen, Harmen Hendricx ten noorden, in koop bekoomen van Hans Hendricx en Montse Haijes en Oene Jans voor de som van vijftig goldguldens 21 stuivers (bron: Nedergerecht Achtkarspelen, Proclamatiekohier inv. nr. 86, folio 129).